Gezondheidsweekend

28-09-2023

Geneeskunde in de prehistorie
In de prehistorie laat de wijze sjamaan zien hoe het vroeger allemaal in zijn werk ging. In deze ontdekkingsreis door de natuur worden verschillende kruiden getoond om een geneeskrachtige verwarmende of verkoelend drank te maken, een pakking bij kneuzingen en medicijnen, die de pijn verlichten. De priesteres en gebedsgenezer uit de IJzertijd laten hun kunsten zien.

preo wknd.jpg

Geneeskunde in de Romeinse tijd
In en rondom het badhuis zijn diverse displays die te maken hebben met de Romeinse medicus en zijn kruidenspecialisme. Er worden demonstraties getoond wat er gebeurde bij een gasaanval of influenza uitbraak in de Eerste Wereldoorlog. De vereniging geschiedenis van het Rode Kruis is aanwezig zijn met gewondentransport vanaf het front tot aan het ziekenhuis.

legio 2.jpg

Geneeskunde in de middeleeuwen
In het huis van de barbier/chirurgijn wordt de zorg voor de mens getoond wanneer hij of zij zijn been gebroken heeft. Met ziet ook welke medicijnen uit de natuur werden bereid, om te zorgen dat de patiënt die gewond was geraakt zo goed mogelijk te behandelen. Een chirurgijn uit de laatmiddeleeuwse periode brengt hoogstpersoonlijk bezoek aan Archeon en geeft met liefde zijn medisch advies voor middeleeuwse kwaaltjes. Bezoekers kopen hun zonden weg bij de aflatenkraam en verminderen hun tijd in het vagevuur. Ontdek, leer en doe tijdens het Gezondheidsweekend in Archeon.

middeleeuwen-CHIRURGIJN BOEK (1 van 3).jpg

Gezondheid en de middeleeuwen: als het dan niet lukt om gezond te blijven, dan maar zorgen dat je je plekje in de hemel hebt gekocht. Dit is de defninitie van Aflaatkramer in jip-en-janneke taal.

In de late middeleeuwen trokken er regelmatig aflaatkramers langs jaarmarkten door het land. Hier verkochten zij hun aflaten om geld in te zamelen voor de plaatselijke kerk, klooster of bisdom. Een aflaat geeft een vermindering van de tijd in het Vagevuur, iets waar middeleeuwers erg bang voor waren. Aflaatkramers waren vaak lieden die tegen een vergoeding werden ‘ingehuurd’ door de kerk, een soort middeleeuwse ZZP-er dus. Naast aflaten hadden zij vaak relieken en devotionalia bij zich wat er voor zorgde dat er veel mensen op af kwamen. Er was met de handel in aflaten veel geld te verdienen, de Sint Pieter in Rome en de Dom in Utrecht zijn grotendeels met aflaatgeld gebouwd. Er werd ook regelmatig misbruik gemaakt van de goedgelovigheid van de middeleeuwers waardoor de aflaatkramers niet zo’n beste naam hadden.

In de late Middeleeuwen, tussen 1350 en 1450, waren chirurgijns in Nederland meestal geen artsen, maar eerder ambachtslieden die zich specialiseerden in het behandelen van ziekten en verwondingen. Chirurgijns waren niet bevoegd om medicijnen voor te schrijven, maar gebruikten in plaats daarvan kruiden, zalven en andere middelen om hun patiënten te genezen.

Thomas van Deest (fictief persoon) was een chirurgijn die actief was in de laatmiddeleeuwse periode. Hij stond bekend om zijn vaardigheid in het uitvoeren van complexe operaties en zijn kennis van kruidengeneeskunde. Zijn werk was van onschatbare waarde in een tijd waarin de medische kennis nog in de kinderschoenen stond.

Tijdens het geneeskunde weekend in het Archeon doe je een stap terug in de tijd, je kan daar zomaar Thomas van Deest tegen het lijf lopen. Hij vertelt over de medische ingrepen waarin hij gespecialiseerd is en laat je kennismaken met verschillende geneeskrachtige planten, kruiden en medische instrumenten.