Romeinse tijd

Romeinse tijd


in Nederland


Al tijdens de Gallische oorlog van Julius Caesar betreden de Romeinen ons land, maar pas tientallen jaren later vestigen legertroepen zich hier. Het gebied ten noorden van de Rijn beschouwen ze als barbaars, onbegaanbaar en oninteressant. Ze richten een grens op langs de rivier: de limes. Op strategische punten worden castella, forten, gebouwd, met een onderlinge afstand van maximaal twintig kilometer. Bij Alphen aan den Rijn ligt het fort Albaniana.

Met de komst van de Romeinse legionairs gaat er wel het een en ander veranderen. De Romeinen kennen een hoogontwikkelde complex georganiseerde staat, met een gedifferentieerde beroepenstructuur. Bovendien zijn ze zeer ervaren veroveraars. Bij hun expansiesvolgen zij het Divide et impera: verdeel en heers. Dat wil zeggen, dat ze veel van het inheems gebruikelijke ongemoeid laten. Naar wens vullen ze aan met hun eigen producten, zoals bijvoorbeeld aardewerk, wijn, perziken en olijfolie. Ze nemen nieuwe dieren mee naar ons land, vooral omdat ze die graag eten:hoenders, konijnen en ganzen. De laatste zijn ook geliefde waakdieren. Gevogelte is bovendien onmisbaar bij de Romeinse religie. Uit hun gedrag voorspellen de auguren, priesters, de toekomst. 

Divide et impera is een efficiënte methode, die veel macht oplevert en weinig mensenlevens of geld kost. De Romeinse overmacht bestaat dan ook niet uit zeer veel manschappen, langs de limes in ons land maximaal 30.000-40.000. Bij de nodige veldslagen worden inheemse strijders geronseld, tegen vrijstelling van belastingplicht of in het vooruitzicht op Romeins staatsburgerschap; betrekkelijk goedkope offers voor de Romeinen en begeerdezaken voor de Kelten en Germanen.

De religie van de Romeinen kent véél goden, en het lijkt wel of er altijd nog eentje bij kan. Zo is bijvoorbeeld de imperator Julius Caesar na zijn dood verheven tot god: Divus Julius. De oppergod is Jupiter. Hier te lande is de godin Nehalennia populair. Het is oorspronkelijk een Germaans-Keltische godin. In Archeon zijn, voor de deur van de tempel, kopieën van votiefstenen met haar beeltenis te
zien. Wie iets van de godin gedaan wil krijgen, belooft haar zo’n fraaie steen. Vooral zeelui vragen om haar gunsten, bij voorbeeld een behouden vaart. Vermoedelijk is zij een vruchtbaarheidsgodin en beschermster van handel en zeevaart. Voor de Zeeuwse kust zijn tal van deze stenen gevonden.Opgegraven resten en vondsten uit zee zijn vaak afgesleten en kleurloos. Maar het staat vast dat ze oorspronkelijk prachtig gekleurd zijn geweest.

In veel gebieden gaat de ijzertijd tijdens de Romeinse bezetting gewoon door, maar vooral in de omgeving van de Romeinse nederzettingen raakt de lokale elite geromaniseerd. We noemen hen Gallo-Romeins. Ze dragen kleding naar de Romeinse mode en wonen in huizen die geïnspireerd zijn op de Romeinse architectuur. Ook nemen ze allerlei gewoontes over. De bezetters hebben hen dan ook veel rijkdom gebracht. In Archeon is een fictief Gallo-Romeins grensdorp neergezet: Trajectum ad Rhenum. Het jaar is 150 AD, midden in een vrij rustige en welvarende eriode tijdens het bewind van keizer Antoninus Pius.

Volg ons op social media:

© 2025 Archeon, SERA Business Design